Er zijn nieuwe regels voor pensioen. Ook het pensioen van jouw werknemers verandert. We verwachten dat dit op 1 januari 2027 gebeurt. Hoe gaat het nieuwe pensioen van de verf- en drukinktindustrie eruitzien? Daarover maakten de Vereniging van Verf- en Drukinktfabrikanten (VVVF) en de vakbonden FNV en CNV afspraken. Deze afspraken lees je hier.
In het nieuwe pensioen krijgt iedereen een persoonlijke pensioenpot. Het geld van alle pensioenpotten beleggen we samen. Zo delen we winsten én risico’s. Om het risico op verlagingen te verkleinen is er een reservepot. Dit heet een solidaire premieregeling.
Bekijk hier de video over de solidaire premieregeling.
Het pensioen dat al is opgebouwd tot 1 januari 2027 zetten we om in een bedrag. Dat bedrag gaat in die pensioenpot. Het geld dat jij en je werknemer elke maand inleggen gaat daar ook in. Het geld van alle pensioenpotten samen beleggen wij.
De verf- en drukinktindustrie heeft nu nog een pensioenregeling in de vorm van een uitkeringsovereenkomst. Dat betekent dat er afspraken zijn over de hoogte van het pensioen. In de solidaire premieregeling is afgesproken hoeveel geld je als werkgever samen met je werknemer inlegt voor het pensioen. De inleg beleggen we. Het resultaat van die beleggingen én de inleg samen bepalen uiteindelijk de hoogte van het pensioen van je werknemers.
Dat betekent dat we de pensioenen sneller kunnen verhogen als het economisch goed gaat. Maar als het minder goed gaat kunnen de pensioenen ook omlaag.
We beleggen minder risicovol als iemand dichter bij het pensioen komt of al met pensioen is. En er is een reservepot om verlagingen van de pensioenen van gepensioneerden zoveel mogelijk te voorkomen.
Overlijdt een werknemer voor de pensioendatum? Het pensioen voor de partner is dan 30% van het salaris op het moment van overlijden. Dit is een verzekerd pensioen op risicobasis. Dat betekent dat je werknemer in elk geval verzekerd is voor een partnerpensioen zolang er geld bij ons wordt ingelegd voor het pensioen.
Het partnerpensioen dat is opgebouwd tot de overgang naar de nieuwe regels blijft bestaan. Overlijdt je werknemer terwijl hij of zij nog in dienst is? Dan krijgt de partner het partnerpensioen volgens de nieuwe regels én het opgebouwde partnerpensioen.
Is er een overlijden voor de pensioendatum en zijn er kinderen? Het pensioen is straks voor elk kind 20% van het salaris op het moment van overlijden. En je werknemer is in elk geval verzekerd voor een wezenpensioen zolang er geld bij ons wordt ingelegd voor het pensioen.
De leeftijd tot wanneer kinderen wezenpensioen krijgen verandert. Nu krijgen kinderen wezenpensioen tot hun 21e. Of tot hun 27e als ze een opleiding volgen. Met de nieuwe regels krijgen alle kinderen wezenpensioen tot 25 jaar. Het maakt niet meer uit of ze een opleiding volgen.
Jongeren leggen nu nog in verhouding veel in voor pensioen en ouderen in verhouding weinig (‘doorsneesystematiek’). Over een hele carrière zou dat geen probleem vormen. Alleen veranderen nu de regels. Daardoor ontstaat een ongelijkheid.
Er komen groepen werknemers die aan het begin van hun werkende leven in verhouding veel hebben ingelegd. Maar doordat de regels veranderen later geen voordeel meer kunnen hebben van een in verhouding lagere inleg. Voor deze groepen heeft de sector compensatie afgesproken. Deze compensatie wordt betaald uit het bestemmingsdepot. Werknemers vanaf 45 jaar krijgen bij de overgang naar het nieuwe pensioen deze compensatie:
Van 45 tot 50 jaar: 1%
Van 50 tot 55 jaar: 10%
Van 55 tot 60 jaar: 20%
Van 60 tot 65 jaar: 8%
Vanaf 65 jaar: 5%
* van de pensioengrondslag
De overstap naar het nieuwe pensioen brengt wijzigingen in de salarisadministratie met zich mee. Hierover informeren we je in de loop van 2026.