Klaar voor het nieuwe pensioen van de groothandel in bloemen en planten

Er zijn nieuwe regels voor pensioen. Ook het pensioen van jouw werknemers verandert. We verwachten dat dit op 1 januari 2027 gebeurt. Hoe gaat het nieuwe pensioen van de groothandel in bloemen en planten eruitzien? Daarover maakten de Vereniging van Groothandelaren in Bloemkwekerijproducten (VGB) en de vakbonden FNV en CNV afspraken. Deze afspraken lees je hier 

Een solidaire premieregeling

In het nieuwe pensioen krijgt iedereen een persoonlijke pensioenpot. Het geld van alle pensioenpotten beleggen we samen. Zo delen we winsten én risico’s. Om het risico op verlagingen te verkleinen is er een reservepot. Dit heet een solidaire premieregeling.

Bekijk hier de video over de solidaire premieregeling.

  • Veel blijft hetzelfde voor je werknemers

    • Jij en je werknemer leggen nog steeds elke maand geld in voor pensioen. Jij betaalt de helft en je werknemers betalen de andere helft. Dat verandert niet. Dit geld komt in de persoonlijke pensioenpot. Het geld van alle pensioenpotten samen beleggen we.
    • Er geldt nu een premieregeling en straks ook. De inleg staat vast, het resultaat van de beleggingen en de inleg samen bepalen het pensioen van je werknemers.
    • Gaat iemand met pensioen? Dan krijgt hij of zij dit pensioen nog steeds elke maand. Het maakt niet uit hoe oud iemand wordt.
    • Werknemers kunnen nog steeds keuzes maken als ze met pensioen gaan. Ze kunnen bijvoorbeeld eerder met pensioen gaan of de eerste jaren een hoger bedrag ontvangen.
    • Er is nog steeds een pensioen voor een eventuele partner of kinderen als een werknemer overlijdt.
    • Wordt een werknemer arbeidsongeschikt? Je werknemer blijft pensioen opbouwen zonder dat hij/zij daar premie voor betaalt.
    • Ook de AOW van de overheid blijft.
  • Dit verandert er voor je werknemers

    Pensioen gaat meer meebewegen met de economie

    Dat betekent dat we de pensioenen sneller kunnen verhogen als het economisch goed gaat. Maar als het minder goed gaat kunnen de pensioenen ook omlaag. 

    Afspraken om verlagingen zoveel mogelijk te voorkomen

    We beleggen minder risicovol als iemand dichter bij de pensioendatum komt of al met pensioen is. En er is een reservepot om verlagingen van de pensioenen van gepensioneerden zoveel mogelijk te voorkomen. 

  • Dit verandert er voor nabestaanden

    Partnerpensioen is 10% van het salaris

    Overlijdt een werknemer voor de pensioendatum? Dan geldt het volgende:

    • Het pensioen voor de partner is 10% van het salaris op het moment van overlijden. Dit is een verzekerd pensioen op risicobasis. Dat betekent dat je werknemer in elk geval verzekerd is voor een partnerpensioen zolang er geld bij ons wordt ingelegd voor het pensioen. Dit pensioen krijgt de partner zolang hij of zij leeft.
    • Er is ook een tijdelijk partnerpensioen van € 5.000 bruto per jaar voor de partner. Dit krijgt de partner tot de AOW-leeftijd. Dit is een uitkering vanuit de Anw-plusverzekering.
    • Heeft een deelnemer partnerpensioen opgebouwd? Dit opgebouwde partnerpensioen blijft bestaan in het nieuwe pensioen. Na een overlijden betalen we ook dit partnerpensioen uit.

    Wezenpensioen is 20% van het salaris

    Is er een overlijden voor de pensioendatum en zijn er kinderen? Het pensioen is straks voor elk kind 20% van het salaris op het moment van overlijden. En je werknemer is in elk geval verzekerd voor een wezenpensioen zolang er geld bij ons wordt ingelegd voor het pensioen.  

    De leeftijd tot wanneer kinderen wezenpensioen krijgen verandert. Nu krijgen kinderen wezenpensioen tot hun 21e. Of tot hun 27e als ze een opleiding volgen. Met de nieuwe regels krijgen alle kinderen wezenpensioen tot 25 jaar. Het maakt niet meer uit of ze een opleiding volgen.  

    De berekening van de premie verandert

    De premie nu:  

    • 8,3%  
    • over het hele salaris.  

    De premie voor het nieuwe pensioen:  

    • 15,7%  
    • over het salaris voor zover hoger dan € 18.475 (2025). Dit is het minimale bedrag waarover volgens de wet geen premie betaald hoeft te worden.  

    Met deze nieuwe manier om de premie te berekenen krijgt de sector evenveel premie binnen als met de oude manier. Voor jou kan het betekenen dat je een iets hoger of een iets lager bedrag gaat betalen. Dat hangt af van de salarissen van je werknemers. 

Veranderingen voor je administratie

De overstap naar het nieuwe pensioen brengt wijzigingen in de salarisadministratie met zich mee. Hierover informeren we je in de loop van 2026.

Compensatie

Jongeren leggen nu nog in verhouding veel in voor pensioen en ouderen in verhouding weinig (‘doorsneesystematiek’). Over een hele loopbaan zou dat geen probleem vormen. Alleen veranderen nu de regels. Daardoor ontstaat een ongelijkheid.  

Er komen groepen werknemers die aan het begin van hun werkende leven in verhouding veel hebben ingelegd. Maar doordat de regels veranderen kunnen ze later geen voordeel meer hebben van een in verhouding lagere inleg. Voor deze groepen heeft de sector compensatie afgesproken. Werknemers vanaf 35 jaar krijgen 10 jaar lang deze extra inleg voor hun pensioen: 

 
Leeftijd op 1 januari 2025: 10 jaar lang deze extra inleg: 

Van 35 tot 40 jaar 1,0%* 
van 40 tot 45 jaar: 2,5% 
van 45 tot 50 jaar: 4,0% 
van 50 tot 55 jaar: 4,9% 
van 55 tot 60 jaar: 4,6% 
van 60 tot 65 jaar: 3,4% 
vanaf 65 jaar: 2,1% 

* van het pensioengevend salaris 

 

De compensatie wordt betaald uit de premie 

De premie van 15,7% verdelen we zo: 

  • 14,8%: inleg voor het ouderdomspensioen. 
  • 0,4%: voor de compensatie. Is dit niet helemaal nodig voor de compensatie? Dan wordt de rest gebruikt als inleg voor het ouderdomspensioen.  
  • 0,5%: voor het tijdelijk partnerpensioen: na overlijden hebben partners recht op een tijdelijk partnerpensioen van € 5.000 bruto per jaar. Dit is een uitkering uit de Anw-plusverzekering.