Onze deelnemers lieten weten hoeveel risico zij willen en kunnen nemen

Voor dit anonieme onderzoek nodigden we ruim 408.000 deelnemers uit. We benaderden deelnemers die pensioen bij ons opbouwen, pensioen bij ons op hebben gebouwd, en al pensioen ontvangen. Uiteindelijk deed ongeveer 6% mee.

De uitkomsten helpen ons het beleggingsbeleid verder vorm te geven

Als we weten wat de wensen en voorkeuren zijn van onze deelnemers, kunnen wij bepalen hoe we het beste kunnen beleggen. Natuurlijk wil iedere deelnemer het liefst zoveel mogelijk rendement (resultaat) én zo weinig mogelijk risico. Maar beide tegelijk gaat niet, omdat risico en rendement met elkaar samenhangen. Daarom vroegen wij onder andere:

• Hoeveel risico ben je bereid te nemen?
• Sluit het verwachte pensioen aan bij wat je minimaal nodig denkt te hebben?
• In hoeverre kun je financiële tegenvallers opvangen?

De belangrijkste inzichten

• De leeftijd van de deelnemer bepaalt hoeveel risico hij of zij wil nemen. Hoe jonger de deelnemer, hoe meer risico hij of zij wil nemen. Op een schaal van 1 tot 10 (1 = weinig risico, 10 = veel risico) komt een jongere uit op 6,8 en een oudere op 3,3.
  
  
• Andere kenmerken van deelnemers bepalen minder het risico dat hij of zij wil of kan dragen. Denk aan inkomen, geslacht, burgerlijke staat of de sector waarin een deelnemer werkt. Mannen zijn bijvoorbeeld bereid om iets meer risico te nemen dan vrouwen. Op de schaal van 1 tot 10 komen mannen uit op 4.7 en vrouwen op 4.1.
  
  
• We vroegen onze deelnemers hoeveel pensioen zij minimaal nodig hebben. Daarna bekeken we of dit aansloot bij het verwachte pensioen. Hieruit blijkt dat gemiddeld gezien het uiteindelijke netto pensioen hoger is dan het pensioen dat deelnemers nodig denken te hebben.
  
  
• Van alle deelnemers (66%) mag het maandelijkse pensioen straks meebewegen met de economie en de opbrengsten van de beleggingen. 12% wil dit niet en 22% weet dit niet.
  
  
• 19% van de gepensioneerden geeft de voorkeur aan een volledig stabiel pensioen dat niet schommelt. 62% accepteert dat het pensioen een beetje meebeweegt met de economie en de opbrengsten van de beleggingen. 19% weet het niet.
  
  
• We vroegen ook hoeveel risico een deelnemer kan dragen. 18% van de deelnemers geeft aan geen tegenvaller van 10% in hun pensioen op te kunnen vangen. Hoe ouder de deelnemer, hoe hoger dit percentage. Onder gepensioneerde deelnemers kan 29% zo’n tegenvaller niet opvangen. Bij jongeren tot 30 jaar is dit 5%.

Hoe gaan we verder?

We gebruiken deze uitkomsten om onze beleggingen nog beter te laten aansluiten op de wensen en voorkeuren van onze deelnemers. Zo nemen we bijvoorbeeld voor jongeren wat meer risico in onze beleggingsportefeuille en voor ouderen wat minder. Om op die manier een zo hoog mogelijk verwacht pensioen te krijgen.

In de factsheet zetten we de belangrijkste uitkomsten nog eens op een rij.