Zo vlak voor de feestdagen kijk ik terug op een jaar waarin veel is gebeurd op het gebied van pensioen. Een belangrijk moment was natuurlijk het bereiken van een pensioenakkoord met afspraken over ons pensioenstelsel in de toekomst. Tegelijkertijd kwam een advies over de rekenregels die we als pensioenfonds moeten gebruiken om onze financiële situatie te berekenen. Deze werden strenger, en dat maakte de verdere uitwerking van het akkoord niet makkelijker.
Ook daarna bleef het niet stil. Na het akkoord volgde een stormachtige zomer voor pensioenfondsbesturen. Door een verdere daling van de rente kwamen de dekkingsgraden nog meer onder druk te staan, en terwijl in het pensioenakkoord nog was gesproken over het zo veel als mogelijk voorkomen van verlagingen kwamen die bij een aantal fondsen toch weer dichtbij.
Maar de lucht is afgelopen maanden gelukkig weer enigszins opgeklaard. De rente is wat gestegen. En minister Wouter Koolmees (sociale zaken) heeft een handreiking gedaan aan pensioenfondsen die in moeilijkheden verkeren.
Zowel Koolmees als de Tweede Kamer willen de regels voor het verlagen van pensioenen tijdelijk iets minder streng maken, zo bleek een paar weken terug. Zo willen ze ervoor zorgen dat pensioenfondsen de pensioenen niet hoeven te verlagen, als het niet per se noodzakelijk is. Dat is goed nieuws voor heel veel mensen, vooral voor gepensioneerden die een verlaging meteen in hun portemonnee voelen.
Het betekent ook dat er nu in relatieve rust verder gewerkt kan worden aan de verandering van het pensioenstelsel. Zonder dreiging van massale pensioenverlagingen. Daarmee wordt gelukkig een toch al complexe klus niet nog lastiger gemaakt.
Allerlaatste redmiddel
Alhoewel we bij Pensioenfonds PGB met een actuele dekkingsgraad van meer dan 102% ook zonder de versoepelde regels niet direct in de gevarenzone zitten, ben ik blij dat de minister maatregelen neemt waarmee verlagingen bij een aantal collega-fondsen ook kunnen worden voorkomen. Dat komt omdat ik ervan overtuigd ben dat in het huidige systeem verlagen het allerlaatste redmiddel hoort te zijn. Dat wil in mijn ogen zeggen dat er alleen ‘gekort’ wordt als het echt niet anders kan. Als korten duidelijk gerechtvaardigd is en je het kunt uitleggen.
En juist daarover was twijfel, niet alleen bij mij. Is de extreem lage rente van afgelopen zomer wel ‘normaal’? En waarom moeten we nu, terwijl hard wordt gewerkt aan de uitwerking van het pensioenakkoord blijven streven naar een grote buffer in 2030, als die buffer over een paar jaar in het nieuwe stelsel wordt afgeschaft? In het nieuwe pensioenstelsel wordt pensioen namelijk onzekerder: het wordt eerder verhoogd, maar ook eerder verlaagd. Daardoor is een grote buffer niet meer nodig.
Minister Koolmees zag ook wel dat er sprake is van een bijzondere situatie en hij beloofde de pensioenfondsen met een oplossing te komen. Die kwam er vorige maand.
Tijdelijke versoepeling wettelijke regels
Eind november kondigde minister Koolmees inderdaad aan dat er dit jaar soepeler met de kortingsregels omgegaan zal worden. Voor Pensioenfonds PGB is dit niet direct relevant: wij hebben nu ongeveer 1,02 euro in kas voor elke euro die we nu en in de toekomst moeten uitbetalen, en zitten daarmee heel ruim boven de kritische ondergrens op basis van de oude regels. De kans dat PGB moet korten in 2020 was dus al klein, en wordt op basis van de nieuwe regels nog kleiner. Er zijn ook fondsen die een dekkingsgraad in de buurt van de ondergrens hebben. Voor hen kunnen de aangepaste regels net het verschil tussen wel of niet korten maken.
Er is in de media wat debat over de vraag of dit allemaal wel evenwichtig is. Zouden we de pensioenen niet toch gewoon moeten verlagen, volgens de oude regels, om het pensioen van jongere werknemers te beschermen?
Ik vind het voorkomen van kortingen op de hierboven beschreven manier heel goed uitlegbaar. Want niet alleen de dekkingsgraden staan op dit moment onder druk, door de lage rente is de pensioeninkoop heel duur geworden. Eerder vertelden wij al dat de premie eigenlijk omhoog zou moeten of de opbouw van pensioen omlaag. Toch hebben wij als bestuur ervoor gekozen om de premie stabiel te houden, ook daarbij hebben wij meegewogen dat dit rust geeft in een tijd dat er, in afwachting van de uitwerking van het pensioenakkoord, toch al veel onduidelijkheid is. Stabiliteit in de premie, maar ook in de uitkering, vinden wij nu erg belangrijk. In zijn brief roept de minister ook op om de premie zo veel als mogelijk stabiel te houden.
Solidariteit
Als ik de voors en tegens weeg, dan ben ik blij dat er in ons stelsel ruimte is voor solidariteit. Gepensioneerden zijn solidair met deelnemers die nu eigenlijk te weinig premie betalen voor hun pensioen. En onze deelnemers die pensioen opbouwen zijn solidair met gepensioneerden die een pensioen verdienen dat niet onnodig verlaagd wordt. En iedereen heeft er wat mij betreft belang bij dat we nu snel kunnen doorpakken met de uitwerking van het pensioenakkoord, zodat we onze aandacht kunnen richten op de toekomst.
Jochem Dijckmeester